Sociale veiligheid en eigen verantwoordelijkheid

“Protocol omgaan met elkaar”

 

Inleiding

In deze notitie wordt beschreven wat het beleid van De Meerhoef is inzake veiligheid en wat de school doet om veiligheid te waarborgen en om te voorkomen dat het onderwijskundige proces in de groepen verstoord wordt door escalaties en/of gedragsuitingen van leerlingen.
Uitgangspunt is dat zowel psychische, fysieke of materiële schade aan leerlingen of personeel, aan persoonlijke eigendommen of schooleigendommen veroorzaakt door agressief gedrag, niet getolereerd wordt.

 

De aard van agressief gedrag wordt onderscheiden in:

1.  Verbaal geweld : uitschelden, schreeuwen, discrimineren;

2.  Dreigen met geweld in woord en gebaar met betrekking tot personen en/of gebouw;

3.  Het vernielen of poging tot vernielen van persoonlijke bezittingen, inventaris of gebouw;

4.  Fysiek geweld : het op enigerlei toebrengen van pijn en/of letsel (schoppen, slaan,

vastpakken, gericht met iets gooien, het dreigen met voorwerp…).

Alle personeelsleden hebben een directe rol in het aanspreken van leerlingen en collega’s m.b.t. de voorwaardelijke afspraken.

 

Veilig klimaat 
* Leerlingen, leerkrachten, onderwijsondersteunend personeel, directie en ouders gaan respectvol met elkaar en met elkaars eigendommen om;
* Pesten, (seksueel) geweld, bijnamen, roddelen, intimidatie, schelden en vernielingen worden niet getolereerd;
* Discriminatie, op welke grond dan ook, is niet toegestaan;
* Weglopen wordt niet getolereerd;
* Iedereen zorgt ervoor dat de school er ordentelijk en gezellig uitziet. Vanzelfsprekend
heeft het personeel daarin een voorbeeldfunctie.

 

Doelen

Het scheppen van een positief pedagogisch klimaat waarbinnen alle betrokkenen zich prettig en veilig voelen;
Het bijdragen aan preventie van machtsmisbruik in ruime zin;
Het bevorderen en bewaken van veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten voor alle betrokkenen bij hun werk op onze school;
Het bewaken van de privacy van alle betrokkenen.
Afspraken die een bijdrage leveren aan een prettige sfeer waarin elkaar geen pijn of verdriet wordt gedaan en waarin we elkaar niet in een bepaalde positie dwingen.
De Meerhoef onderschrijft het belang van aandacht voor sociale veiligheid. Vanuit de karakteristiek waar het Meerhoefteam voor staat, blijft het accent gericht op het gesprek met de leerlingen en het positief omgaan met elkaar. Wij spreken dan ook niet over ‘een pestprotocol’, maar over het ‘protocol omgaan met elkaar’. Als school denken we een betekenisvolle pedagogische bijdrage te kunnen leveren om leerlingen te helpen en hen toe te rusten hun ‘eigen in de wereld staan’ en hun ‘waardenoriëntatie’ en eigen ‘identiteit’ te leren doorgronden.

 

Waardenoriëntatie
Als school, als medeopvoeders, vinden we het belangrijk met kinderen in gesprek te gaan over hun voorkeuren, opvattingen en belevingen. We willen kinderen begeleiden in het leren maken van keuzes en het leggen van verbanden tussen hun persoonlijke waarden en waarden die ze meekrijgen in de groep, het gezin, of op school. We willen kinderen leren de bereidheid te krijgen om eigen oordelen tot onderwerp van gesprek te maken. Zo leren ze steeds beter hun ‘eigen in de wereld staan’ en hun eigen zin- en betekenisgeving te doorgronden.
Op deze wijze helpen wij kinderen in hun groei en ontwikkeling tot compassievolle, verantwoordelijke medemensen. Deze waardenoriëntatie zien we dan ook als een ‘waardevolle pedagogische opdracht.’

Vragen die we daarbij van belang achten, zijn:
· Kennis is belangrijk om als stevige basis mee te geven, maar hoe kunnen we hiermee betekenisvoller omgaan?
· Hoe verhoudt de school zich tot maatschappelijke ontwikkelingen?
· Hoe komen we tot een evenwichtige balans tussen kennis en andere doelen en vaardigheden?
· Waar maken we de leerlingen verantwoordelijk voor?

 

Kernwaarden van de school
Als school willen we laten zien waar we voor staan, wat we belangrijk vinden om kinderen mee te geven en hoe we ons verhouden tot de invloed van de externe ontwikkelingen die op ons af komen.
De onderstaande uitspraken beschouwen we als dragende waarden van De Meerhoef die richting geven aan ons werk binnen de school en de omgang met elkaar.
Deze waarden dienen normatief gebruikt te worden als indicaties voor ons handelen:
· de noodzaak van opbrengstgericht werken als basis wordt onderkend
· de teamcultuur kenmerkt zich als positief kritisch, open en kwetsbaar waarbij transparante communicatie en gezamenlijke verantwoordelijkheid als vanzelfsprekend worden beschouwd
· alle kinderen zijn welkom en worden gewaardeerd, waarbij begrippen als authenticiteit (je mag zijn wie je bent), acceptatie, kwetsbaarheid en veiligheid centraal staan
· we hanteren gezamenlijke afspraken en regels vanuit een positieve benadering naar kinderen met ruimte voor emoties
· het gesprek met de leerling staat centraal
· het oplossend- en zelfsturend vermogen van de leerlingen wordt gestimuleerd
· communicatie is gericht op het vergroten van betrokkenheid tussen ouders en school
· er is partnersamenwerking met externe betrokkenen, waarbij school regie voert.

 

Identiteitsontwikkeling van de leerling

Met betrekking tot de geschetste kernwaarden zijn we van mening dat de school als gemeenschap een belangrijke rol speelt als veilige ‘oefenplaats’ ten behoeve van de identiteitsontwikkeling van de leerlingen.
Wij streven naar een kindprofiel, waarvan de hieronder genoemde basiscompetenties deel uit maken:
Een leerling die BS De Meerhoef na 8 jaar onderwijs verlaat……
· heeft een cognitief niveau dat passend is bij zijn/haar mogelijkheden
· kan oplossingsgericht denken en handelen
· is zich bewust van eigen kwaliteiten en ontwikkelpunten
· heeft een positief en reëel zelfbeeld
· weet zich verantwoordelijk voor eigen gemaakte keuzes· toont eigenheid, authenticiteit
· is weerbaar, kan voor zichzelf opkomen
· neemt initiatief
· is sociaal vaardig, op basis van zelfvertrouwen
· is communicatief vaardig
· is nieuwsgierig naar de ander en het andere, gericht op diversiteit
· heeft positieve ervaringen opgedaan op De Meerhoef en kijkt met een goed gevoel terug op een prettige basisschoolperiode.

 

Protocol “omgaan met elkaar”

In het kader van ‘conflicthantering’ bij problemen tussen leerlingen hechten we vooral veel waarde aan de doorgaande lijn in gezamenlijke aanpak en afspraken.
Hieruit is het “Protocol omgaan met elkaar” geformuleerd. Om een schoolklimaat te kunnen scheppen dat zich kenmerkt door duidelijkheid, acceptatie, respect en vertrouwen vinden we het van belang dat we gedrag en omgang met elkaar bespreekbaar maken en daar afspraken over vastleggen.

Wij onderscheiden twee vormen van conflicten: behoefteconflict en waardenconflict.

 

1. Behoefteconflict
Bij een behoefteconflict wil de één iets anders dan de ander. Beide hebben meestal wel hetzelfde doel. Deze conflicten zijn oplosbaar door samen te onderhandelen.
We vinden het belangrijk om met kinderen in gesprek te gaan.
We hechten veel waarde aan de doorgaande lijn en we volgen daarom met de leerlingen de volgende stappen wanneer we een behoefteconflict oplossen.

 

Zes-stappenmethode van Porro

Stap 1. Stop het conflict en koel af (laat de emoties zakken)

Stap 2. Praat met elkaar en luister om de beurt naar elkaar.

De bemiddelaar vat samen wat de ander zegt en probeer zijn gevoel te begrijpen.

Stap 3. Formuleer het conflict in termen van behoeften.

Zoek uit wat de behoeften zijn. Kijk of er een gemeenschappelijk belang is.

Stap 4. bedenk zo veel mogelijk oplossingen. (brainstorming)

Stap 5. Kies het idee dat iedereen het beste vindt.

Stap 6. Maak een plan en voer het uit.

Jonge kinderen (tussen 4 en 6 jaar) kunnen conflicten zelden langer dan 5 minuten onthouden.
Het is daarom van belang om meteen over het conflict te praten omdat ze al snel niet meer precies weten hoe het zat. Bij jonge kinderen passen we een verkorte versie toe van de stappen.
Ook hebben zij minder behoefte aan privacy.

Stap 1. Stop en koel af (maximaal 5 minuten)

Stap 2. Praat met elkaar en luister naar elkaar

Stap 3. Bedenk manier om het conflict op te lossen. (de leerkracht kan ook ideeën aanreiken)

Stap 4. Kies het idee dat iedereen het beste vindt en maak een plan

De leerkracht heeft bij alle stappen een sturende rol. Door deze rol in te nemen is de leerkracht bezig met waardenoverdracht i.p.v. waardenoriëntatie.

 

2. Waardenconflict
Een waardenconflict gaat over: waarden, normen, voorkeuren, persoonlijke smaak, levensstijlen, idealen en opvattingen.
Onderhandelen hierover willen mensen vaak niet, de conflicten zijn dan ook vaak niet oplosbaar.
Het krijgen van waardenconflicten kan niet worden vermeden, het is daarom belangrijk om deze conflicten als zodanig te herkennen.

We zien de school als ‘oefenplaats’ waar we juist bij waardenconflicten iets kunnen betekenen en kinderen daarin te leren hiermee om te gaan.  Als school, als medeopvoeders, vinden we het belangrijk met kinderen in gesprek te gaan over hun voorkeuren, opvattingen en belevingen.
We willen kinderen begeleiden in het leren maken van keuzes en het leggen van verbanden tussen hun persoonlijke waarden en waarden die ze meekrijgen in de groep, het gezin, of op school.
We willen kinderen leren de bereidheid te krijgen om eigen oordelen tot onderwerp van gesprek te maken. Zo leren ze steeds beter hun ‘eigen in de wereld staan’ en hun eigen zin- en betekenisgeving te doorgronden.
Op deze wijze helpen wij kinderen in hun groei en ontwikkeling tot compassievolle, verantwoordelijke medemensen. Deze waardenoriëntatie zien we dan ook als een ‘waardevolle pedagogische opdracht.’

 

Contract met afspraken

Wanneer een leerling regelmatig bepaalde regels overtreedt, stelt de leerkracht in samenspraak met de leerling een contract op. Ook de ouders vinden we belangrijke partners en deze zullen bij dit proces worden betrokken. In het contract worden pedagogische doelen bepaald en wordt beschreven waar naar gestreefd wordt om het gewenste gedrag te laten zien. Het contract wordt door de leerling en de leerkracht ondertekend. Wanneer in het contract ook afspraken worden opgenomen omtrent het geven van een ‘time-out’ voor de rest van het dagdeel of de dag door de school is het van belang dat ook ouders het contract ondertekenen.

 

Doelstelling is dat dmv dit contract de zelfsturing en verantwoordelijkheid voor het eigen handelen van de leerling wordt bevorderd. De leerling wordt mede verantwoordelijk gemaakt voor het opzetten van het contract en heeft invloed op de inhoud om ook gewenst gedrag met beloning daarvoor in toenemende mate te laten zien. Dit proces kan in gang gezet worden vanaf eind groep 5/ begin groep 6.